Minimumduur bij huurovereenkomsten van woonruimte voor (on)bepaalde tijd

Kan een verhuurder met de huurder overeenkomen dat de huurder voor een minimale duur in de woning verblijft?

Huur voor onbepaalde tijd
De verhuurder en de huurder kunnen kiezen voor een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd met een minimale duur van bijvoorbeeld één jaar. Daarmee heeft de verhuurder de garantie dat de huurder in ieder geval voor één jaar aan de huurovereenkomst gebonden is. De verhuurder en de huurder kunnen de huurovereenkomst echter niet tussentijds opzeggen. De huurder heeft bij deze huurovereenkomst voor onbepaalde tijd volledige huurbescherming.

Huur voor bepaalde tijd
Volgens de huidige wetgeving kunnen de verhuurder en de huurder een huurovereenkomst voor bepaalde tijd van maximaal twee jaar voor zelfstandige woonruimte overeenkomen. Voor onzelfstandige woonruimte (kamers) is vijf jaar de maximale termijn. De huurder kan een huurovereenkomst voor bepaalde tijd tussentijds opzeggen, maar voor de verhuurder is dit niet mogelijk. De verhuurder heeft in deze huurovereenkomst voor bepaalde tijd niet de mogelijkheid om een minimumduur overeen te komen.

Nieuwe wetgeving voor bepaalde tijd
Er is momenteel een wetsvoorstel in behandeling voor het verruimen van de regels van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd. Een verruiming zou de verhuurder meer zekerheid kunnen bieden. Het wetsvoorstel houdt in dat allereerst de maximumtermijn van de huurovereenkomst voor bepaalde tijd bij zelfstandige woonruimte niet twee maar drie jaar wordt. De maximumtermijn van de huurovereenkomst voor onzelfstandige woonruimte blijft vijf jaar. Ten tweede kan de huurovereenkomst eenmalig worden verlengd zonder dat een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Ten derde biedt het wetsvoorstel de verhuurder de mogelijkheid om een minimumduur bij een huurovereenkomst voor bepaalde tijd overeen te komen:

  • Bij een huurovereenkomst van één jaar is de maximaal toegestane minimumduur drie maanden;
  • Bij een huurovereenkomst van twee jaar is de maximaal toegestane minimumduur zes maanden;
  • Bij een huurovereenkomst van drie jaar is de maximaal toegestane minimumduur twaalf maanden.

Indien een huurovereenkomst wordt aangegaan voor korter dan één jaar kan geen minimumduur worden overeengekomen.

De nieuwe wetgeving zou per 1 januari 2022 ingaan. Hoewel het wetsvoorstel op 6 juli 2021 door de Eerste Kamer is aangenomen, is kort daarna een reparatiewet ter consultatie voorgelegd. Deze reparatiewet van 22 december 2021 betreft het ongedaan maken van de verruiming van tijdelijke verhuur. De reden voor de reparatiewet is gelegen in een aantal bezwaren van de leden van de Eerste Kamer tegen verdere verruiming van de wettelijke mogelijkheden omtrent huur voor bepaalde tijd. De leden van de Eerste Kamer zijn van mening dat eerst de wetgeving over de verruiming van de huurovereenkomst voor bepaalde tijd goed geëvalueerd dient te worden, alvorens het verder wordt verruimd.

Conclusie

Kortom, de wetgeving blijft vooralsnog ongewijzigd op dit punt. In nieuwe wetgeving worden de regels van huurovereenkomsten voor bepaalde tijd mogelijk verruimd. Deze wetgeving is echter nog niet van kracht. Op dit moment kan de verhuurder alleen bij een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd met de huurder overeenkomen dat de huurder voor een minimale periode de woning huurt.

Heeft u als verhuurder of huurder vragen hierover? Neem dan contact met ons op.