Testamenten kunnen soms rare clausules bevatten

Ik kwam eens een heel oud testament tegen, opgemaakt op het eind van de achttiende eeuw. In dat testament had een kinderloze rijke Duitser een stichting opgericht waaraan weidegronden waren nagelaten die eerst nog bij Pruisen hoorden, maar na 1815 in Nederland kwamen te liggen. De opbrengst was bestemd voor de armen van een Duits dorp. Het testament bevatte echter ook de clausule, dat die weilanden niet ‘gescheurd’ mochten worden: ze mochten niet tot akkerland worden gemaakt. De stichting had de gronden verpacht en de pachter wilde er juist wel akkers van maken. De zaak kwam bij de Nederlandse rechter en die besliste dat aan de tekst van het testament de doorslag moest worden gegeven. Die gaf immers de duidelijke bedoeling van de erflater weer.

Een ander testament, waarover tot aan de Hoge Raad werd geprocedeerd, bevatte een verbod om een huis dat aan twee erfgenamen was nagelaten te verkopen. Een erfgenaam woonde erin. Deze dame legde het testament zo uit, dat zij er tot haar dood in mocht blijven wonen en al die tijd de andere erfgenaam er niets mee mocht doen. Daar dacht de rechter anders over, omdat een testament de wet niet opzij kan zetten. De wet zegt, dat een gemeenschap altijd verdeeld moet worden als een van de partijen dat wil. Daarvoor hoef je niet te wachten tot het overlijden van de bewoonster.

Het laatste voorbeeld is een testament waarin de overledene had bepaald, dat haar huis niet verkocht mocht worden aan een inwoner van haar dorp of aan de gemeente. De erflaatster had ooit ruzie gehad met de gemeente over een bestemmingsplan en ze werd vanwege haar aparte levenswijze nogal bespot in het dorp, hoorde ik later van familie. Dat was echter al lang gelden voor haar overlijden, maar de clausule stond nog steeds in het testament. En het huis was intussen een bouwval. De enige erfgenaam, een verre neef, kon nu juist dit opknappertje goed verkopen aan mensen die op dat moment in het dorp woonden. Toen het testament werd opgemaakt, waren ze nog niet eens geboren.

Ook hier kwam de rechter aan te pas, namelijk om de clausule uit het testament buiten werking te stellen. De wet bevat daarvoor gelukkig een bijzondere procedure. De erflaatster had immers niet de bedoeling om deze neef met deze clausule dwars te zitten.

Testamenten kunnen dus de nodige problemen opleveren. Soms maakt iemand een testament en denkt daarmee problemen te voorkómen, maar als er enige tijd is gepasseerd, kan die bedoeling achterhaald zijn en in het tegendeel verkeren. Soms is iemand boos wanneer hij of zij een testament opmaakt en wil men iemand ‘straffen’ met het testament of een clausule daarin; ook dat kan later verkeerd uitpakken, volledig tegen de bedoeling van de erflater in. Dan moet gekeken worden naar de bedoeling van de erflater bij het opmaken van het testament. En soms is een bedoeling zo duidelijk en zelfs na eeuwen nog van belang, en dan zit men gewoon vast aan een clausule in een testament.

Voor veel problemen biedt de wet een uitweg, soms via uitleg, soms via een bijzondere procedure.

Het kan echter ook andersom zijn: u maakt een testament en wilt zeker weten dat een bepaalde clausule later in stand blijft. Dan is het verstandig de ‘houdbaarheid’ van het testament te laten toetsen door een adviseur met ervaring in procedures over testamenten.

Mocht u vragen hebben hierover, kunt u met mij contact opnemen.